“The important thing is not the camera but the eye.“
Alfred Eisenstaed
Doel:
Doormiddel van een foto vertel je iets over een persoon. Wie is deze persoon? Waar houdt hij/zij van? Hobby’s, karakter- of stijlkenmerken van deze persoon kun je in jouw portret verwerken.
Doen:
(Lesdag 1)
1. Maak tweetallen
2. Brainstormen
Overleg samen wat jullie willen benadrukken van de ander in de portretfoto.
3. Inspiratie opdoen
Kijk op internet naar voorbeelden van anderen. Verzamel een aantal die jullie aanspreken in een bestand. Kijk vooral ook naar houding, compositie, gebruik van licht en voor- en achtergrond.
4. Plan van aanpak
Maak een eenvoudige planning. Wat heb je nodig om te kunnen fotoghraferen? Achtergrond, kleding, soort licht, atributen? Wie regeld wat en wanneer zijn jullie aan de beurt om te fotograferen en moet alles klaar staan?
5. Presenteer Word-bestand voor Go of NoGo
(Lesdag 2)
1. Uitvoering Studio en op locatie
Zet samen met de docent de studio klaar. Achtergrond, lampen en camera.
Op locatie doen jullie dit zelf.
2. Fotograferen
Zorg dat jouw model (klant) zich op zijn/haar gemak voelt en goed naar jouw aanwijzingen luistert. Als fotograaf ben jij in de leiding. Ook al fotografeer je in opdracht van het model.
3. Compositie en standpunt
Let goed op de uitsnede, hoe zie je het model door de camera? Wat staat op voor- en achter- grond? Voegt dat iets toe of stoort het juist?
4. Nabewerking
Zet de gemaakte opnamen op de computer. Open ze in het programma Photoshop. Pas belichting en/of uitsneden aan naar eigen inzicht.
5. Opslaan
PortretStudio_EigenNaam_klas.jpg PortretLocatie_EigenNaam_klas.jpg Beeldverhaal_EigenNaam_klas.jpg
6. Inleveren en presenteren
De docent geeft aan waar jij je werk kunt inleveren.
Leerdoelen:
- Fotograferen in studio en op locatie
- Eenvoudige nabewerking
- Keuze maken en presenteren
Extra info: